donderdag 8 oktober 2009

Schwulen und Lesben Stadtfest

Volgende dag werd ik wakkergebeld door Mel, het Zimbabwaans meisje dat ergens in de buurt van Nürenberg één jaar als lerares Engels werkte en ondertussen het Europese continent wat rondreisde. Vaste lezers zullen weten dat ik ze had leren kennen in Project Volunteering enkele weken terug. Nu was ze dus terug, en in geen tijd overhaalde ze me om haar te vergezellen op het grote Schwulen und Lesben Stadtfest, een stadsfestival in het hartje van Berlijn speciaal voor homo’s en lesbo’s. Meer nog dan andere grootsteden heeft Berlijn tenslotte een reputatie van seksuele tolerantie. Denk maar aan de Love Parade. De hele artistieke underground zit vol met seksueel anders geaarde leiders en initiatiefnemers. Bovendien is Berlijn natuurlijk ook een trekpleister voor de misverstane homo’s uit de Duitse dorpen en kleinsteden.

Dat het feestje de moeite waard was, was ik al eerder overtuigd. Ik had er al goede dingen van gehoord van Alte Schwede, de vriend van Pablo. Bovendien was ik met Mel aan mijn zijde ook verzekerd van mijn ‘veiligheid’. We spraken zelfs af: ik ben de lesbische van ons twee als jij de homo speelt? Ik speurde de straten dan af naar aantrekkelijke lesbiennes, maar tevergeefs. Maar dat wordt meteen duidelijk. Het volgende schreef ik de avond toen ik thuiskwam. Een volledig verslag van de avond:
We kwamen toe in een massa bestaande uit een deel welgestelde Bohémiens die in hun lijstje van alternatieve stellingnamen 'homo' hadden staan, en ten anderen dele uit een totaal onderscheiden groep van lesbiennes die er eerder als onze marginale johnnies en ronnies (geel-blond gekleurd haar of een tondeuse-coupe, vormloze, slodderige trainings, Lonsdale-truis, opstaande petjes). Ik kon het eerlijk gezegd niet lang uithouden tussen de lesbiennes. Ik walgde ervan. Knappe lesbiennes waren er niet. Ik vond ze toch niet. De homo’s daarentegen waren heel wat ‘esthetisch verantwoorder’, om zo te zeggen.
Mel vroeg een man in een latex pakje of dat niet te warm was en hij legde haar uit op een hoog, frêle homotoontje dat het even warm of koud was als naakt, maar dat het wel afschermde van de wind. Maar hij hield wel van het gevoel op zijn huid als hij er een hele avond in danste, alles werd er gevoeliger door, waardoor de sensaties van de aanrakingen, en de rekkende wrijving van het pakje, over zijn gehele lichaam voelt. Gelukkig was hij niet iemand die veel zweette, zei hij. Mel vraagde hem helemaal uit, en ging in op elk mogelijk detail. Mij meed hij. Hij was wat schuchter en ik kon hem kennelijk niet met een ontspannen houding en een vriendelijke glimlach geruststellen. (Het mietje.)
Naar de avond vorderde werd contact onder homo's blijkbaar makkelijker. Het verloor kennelijk enige drempels die het voordien wel had. Mel en ik liepen door de massa, en een zwarte man, goedverzorgd maar een jaar 35, zei iets snel en onverstaanbaars dat sterk leek op hetgeen hij erna zei. Ik was nog in zijn richting aan het lopen, om vervolgens, Mel achterna, hem voorbij te lopen, en hij herhaalde "wo gehts du hin?" Ik zei: "dahin," en ik wees vooruit, richting Mel. Ik liep door. In het moment dat ik om die herhaling vroeg ging mijn blik in een vragende, ontvankelijke houding. Ik was vriendelijk. Aldus herhaalde hij wat hij zei. Maar toch ging ik door. En dan: "Komm doch hierhin," "komm doch bei mir," riep hij mij door de massa achterna. Ik keek hem in een flits om mijn schouder bedankend voor zijn voorstel, en liep verder door de 'anders geaarde' massa.
De blikken waren vriendelijk, over het algemeen niet uitnodigend. Het was leuk, relax, zoals een normaal feestje, maar dan een tikkeltje anders. We dansten wat. Een meisje glimlachte enthousiast. Ik raadde xtc. Ze was evenwel mooi. Haar glimlach was gemeend. Haar ogen glansden. Ik voelde me wat dubbel in mijn esthetische appreciatie voor haar. Ik hield me afzijdig, wat terughoudend. Ik werd voortdurend uit mijn danspas gestoord door voorbijgangers en voelde me mijlenver van die zevende hemel waarin zij zich bevond.
We gingen dieper in het publiek, naar het midden. Daar kwam ik naast een meisje te staan die me eveneens glimlachen toewierp. Ik danste, alleen. Zij zag me dansen. Ze keek toe. Maar ik ergerde aan de dronken duwer naast me. En ze wierp me nog een glimlach toe. Ik danste verder. Ze praatte tegen een jongen naast haar, een wat oudere kerel, wellicht ook gay.
Nog een glimlach en blik of twee later zei ze "proost!" en klonk ze haar fles bier tegen de mijne. Even later zei ze, retorisch, dat het feestje leuk is. Ik liet haar naar Engels overschakelen. Ze vroeg mijn naam. Ze was wel knap, ik vroeg haar naam. Ze vroeg me of ik Berlijn cool vond. Natuurlijk. Ze zei dat gay en lesbische dingen cool zijn. Ik zei dat dit wel een leuke ervaring was. En we praatten nog wat verder en kwamen tot eensgezindheid over het feit dat iedereen er zo open en vriendelijk was. Ze moest gaan, haar vrienden wachtten wat verderop. “Schönen Abend noch.”
Na het concert wachtte ik wat verderop tussen de massa op Mel. Ik wachtte alleen, met mijn rugzak tussen mijn benen. Ik kon niet bewegen zonder mijn rugzak op te heffen. Niettemin bleven mensen in onvoorspelbare banen mijn richting uitwaggelen. Sommigen liepen mij bijna omver. Ik moeste me meerdere keren 'klaar voor impact' maken, om de dronken lui af te botsen. Van achter me aan voelde ik een arm mijn rug raken. Een groepje lesbiennes met jeansbroeken, ronde gezichten met brilletje, kort, geblondeerd haar, in stekjes omhoog, helemaal volgens de voorgeschreven code. De vrouw zei sorry. Ik zei dat het niet erg was. Ze liep voorop een groepje, die ondertussen geleidelijk aan me voorbij liep, keek nogmaals om en kwam tot één of ander inzicht. Ze zei iets wat ik interpreteerde alsof ze zich verontschuldigde als was het echt iets grof wat ze gedaan had. Ik zei nogmaals dat het geen probleem was.
Een tweetal minuten later kwam diezelfde lesbienne terug. Ik schatte haar 36. Aan haar zij liep een jongen, ongeveer mijn leeftijd. Hij had ongeveer dezelfde kleren als zij aan, alles een beetje uitgezakt en vormloos, en ook evenals zijn chaperonne, een rond hoofd met weinig expressie. Zij speelde kennelijk zijn mentale couch. Hij had een bloem vast en stak ze mij toe: "Bist du hier alleine?" "Nein gar nicht," antwoordde ik, "ich warte nur auf jemandem..." "Darf ich dich diese Blume anbieten?" ontbreekte hij me. Ik zei: "ja natürlich, aber... hmm, bin leider nicht interessiert." Ik nam ze aan en kreeg meteen terug spijt. Hij keek over en weer, zijn coach en vervolgens mij aan. Ik zei, "ich kann sie auch zurückgeben, weisst du, ich bin einfach gar nicht interessiert." Ik brabbelde er nog bij: "ich habe eine Freundin," maar dat wou ik hem niet te hard laten vallen – net hard genoeg om hem beleefd af te wijzen, maar de zielige jongeman…
De woorden tussen hem en haar waren me onverstaanbaar, als het al woorden waren. Ze vertrokken even snel als ze gekomen waren, en lieten mij met een plastieken roos, met kitscherige glinsteringen op die rode fucking nepblaadjes.
Blijkbaar was die tweede 'sorry'-beweging, of wat ik zo geïnterpreteerd had toen ze me langsliep, een buiging terug naar haar homo-vriend die net achter haar kwam, om mij aan te wijzen, te promoten. Maar hij was niet eens aantrekkelijk op een mannenschaal... – shit: ik meet mannen af op een schaal. Ik zei het Mel later ook nog. Ik was al de hele tijd mannen aan het onderverdelen in dezen die mij mochten willen, en deze die daar het recht niet toe hadden. Ik was mijn status in de rangschikking gaan overdenken. Die hele avond kreeg ik al die blikken te verwerken, ik keek zelf ook rond, nieuwsgierig, niet naar blikken, maar naar gek uitziende mensen. Maar ik kruiste niettemin blikken. Overal. En elke man wiens blik ik kruiste, leidde een evaluatie af uit mijn blik. Voor het eerst werd ik me daarvan bewust. Ik doe dingen met mijn blik, ik keur. Als ik iemands blik kruis en ik kijk weg, dan kan hij denken dan ik wegkeek om deze reden, dat ik dacht: "die is zoooow knap," om daardoor snel verlegen weg te kijken; of hij kan denken "hij is bang van me, misschien moet ik eens naar hem toegaan." De schrik sloeg me om het hart. Want het oogcontact laten aanhouden, was ook geen optie. Paranoia eigenlijk, dat was wat het was. Het waren steeds lose-lose-situaties. Gedoemd om te verliezen.
Het was als mijn doop in een nieuwe volwassenheid. De meeste Berliners hebben het vast ook doorgemaakt: een inwijding tot de metroseksualiteit.
Maar de avond was nog niet voorbij. De gekke situaties volgden elkaar snel op. We ontmoetten Terry, een vriend van Mel die dezelfde universiteit in Zuid-Afrika had bezocht. We maakten een veel te lange wandeling. We gingen naar Kottbusser Tor, Oranienstrasse, kochten een bier in de nachtwinkel en gingen zitten op een bank voor een falafelshop, buiten. Ze tetterden de hele tijd onder elkaar en het Zuid-Afrikaanse accent verhevigde. Ze tetterden non-stop, nodigden iedereen die in de buurt stond uit om mee te luisteren. Ook op de metro was het zo, het was alsof ze geen idee van hadden van hoeveel er eigenlijk stiekem zitten mee te luisteren. En ik was er nu in het midden tussenin terechtgekomen.
Er zat een meisje rechts achter ons, aan hetzelfde tafeltje voor de falafeltent. Ik keek achterom en zei, in het Duits: "hast du schon mit Leuten von Süd-Afrika geredet? Na, sie sind von Süd-Afrika. Rede mal mit ihnen." Ik was al wat dronken. Ik kon ze nauwelijks boeien en moeide me dan maar weer wat meer in de zinloze discussies tussen mijn twee compagnons. Ze wachtte op haar bus, dat was wat ze daar zat te doen. Ze wachtte. Die zou zodadelijk komen. De paal van de bushalte stond voor ons, aan de rand van het voetpad. Ik maakte nog wat opmerkingen die hen in hun oneindige redenering deed teruggrijpen, reflecteren en vertragen en doordenken. Maar het was tevergeefs. Hun discussies vervolgden aan sneltreintempo hun weg naar nergens. Een pizzabezorger deed met zijn scootertje een wheely over het kruispunt links van ons. Indrukwekkend. Wellicht hielp die pizzabak voor het evenwicht.
Het meisje vroeg me plots of ik van Berlijn was. Pas na de derde maal dat ze de vraag herhaalde had ik ze verstaan. Ze was helemaal over de tafel naar me toe komen buigen.
"Belgien," zei ik.
"Was machst du denn hier in Berlin?" antwoordde ze.
"Nichts, ich bin... kennst du couchsurfing?"
"Ja," zei ze, "ich kenne couchsurfing." En ik maakte kort duidelijk dat ik hen zo kenden. "Sie sind von Süd-Afrika," en probeerde haar opnieuw hen in hun absurde redenering te doen onderbreken.
Ze vroeg me of ik dan ‘met hen’ was. Ik wou uitleggen dat ik ergens sliep waar ik alleen sliep, dat het me niets uitmaakte wanneer, of hoe ik er geraakte, maar ik had nog niets gezegd of ze onderbrak me: "Gehst ja lieber bei deiner hostess als bei mir?" Ik verston het ook maar na een tweede keer. "Mein Bus komt so," zei ze, en ze stond op. "Du musst dir jetzt entscheiden. Er kommt so."
Wat? Bedoelt ze dat ik bij haar kan slapen? "Nein," zei ik, "ich kann das leider nicht machen." Ik dacht aan Hanne. "Ich darf nicht mit dir mitgehen... ich sollte nicht..."
Ze was op haar teen getrapt: "Was musst du denn machen? Mit wem gehst du lieber, mit mir oder mir ihr."
"Aber sie [die Zuid-Afrikanen] sind mir nicht wichtig. Und meine hostess slaft bei ihrem Freund. Ich muss also gar nichts..."
Terry had geen idee van wat er hier aan gebeuren was. Ook Mel bleef gewoon doorspreken tegen Terry.
De bus stopte, deuren gingen open. Ze keek me aan, smekend, ze keek om naar de busingang. Ze zei, "du musst dich jetzt entscheiden." –
"Aber, nein, ich kann nicht, ich kann das nicht machen..."
Ik nam een adempauze en liet het even door me doordringen. Niet meer dan een seconde maar echter, meer had ik niet.
"Aber ich habe so viele Pläne... Ich habe so viel zu tun noch... ich muss einfach schlafen gehen."
"Du bist halt nicht Spontan," daagde ze me uit.
Tevergeefs. Ik liet het me niet raken.
"Langweilig," sprak ze me venijnig flirtend toe. Ze bracht haar hand naar haar mond, en sprak door haar open vuist, "langweilig! langweilig! langweilig!"
"Ooooh, das ist soo.. tut mir leid!!"
Ik wou ze niet zo zien vertrekken. Maar het was een moment waar ik geen spijt van zou hebben. Elk ander moment had ik de kans gegrepen. Nu had juist de dag voordien nog vier uur met Hanne gechat… Zij was mijn focus nu. Niet dat meisje hier. Alhoewel ze best wel knap was. En eigenlijk wel een lekker lijf had. Maar neen, niet doen, Johannes. Ik hield me in. Ik liet ze gaan.
De terugkeer naar Charlottenburg toonde me een prachtige zonsopgang in Berlijn. Ik focuste me op mijn neutrale, ontspannen blik: zie er aangenaam uit. Dit is hoe metromannen het doen. De metro zat er vol van. Metroseksuele metromannen, overal om me heen. Op de metro dan nog. Met hun bleke, stoffen schoentjes, hun strakke jeans, hun kort hip jasje, hun gestileerde lokken, hun mannenhandtas... Elk van hen had een idee van hoe ze zich toonden: hoe ze zelf pasten in 'de absolute schaal van coolheid’. Ik had vandaag een belangrijk deel van die schaal ontdekt, een deel dat het waard was te reflecteren. Vandaag minder dan ooit, kan een schaal van coolheid niet zonder de smaken en voorkeuren van homo’s. Ik probeerde weer te genieten van de schone zonsopgang, maar mijn focus werd steeds teruggeleid naar de uitstraling die ik afgaf, de openheid van mijn gezicht, ik wou aangenaam gezelschap zijn, mezelf zijn, mijn nieuwe, nieuw herspiegelde zelf zijn... Een man van rond de 45 stapte op met een groene motorjas en bijpassende leren broek. Hij richtte zijn beteuterd starende smoel naar buiten. Net als alle anderen passagiers van de metro die op dit uur nog op weg waren, probeerde hij blikken te mijden. Hij zag er niet meer goed genoeg uit om mannen van dit niveau te versieren. Een metroseksueel kwam naast me zitten. Ik mat hem op, hij was één van dezen die, als hij een homo was, wel mocht kijken. Hem was wel toegestaan.
Ik kwam voor mezelf tot een belangrijke conclusie: seksuele geaardheid draait niet enkel en alleen om zich aangetrokken voelen tot een bepaalde categorie mensen, het gaat ook om een classificeren zelf: zodra iedereen classificeert, moet ik ook classificeren. Het voelt als een dwang en wordt algauw geïnternaliseerd. Die dag betrapte ik me er steeds weer op. Het wordt een categorische imperatief: er deel van uit te maken, betekent mee gekeurd te worden, getaxeerd te worden, en in een dubbele reflectie zichzelf als maatstaf aan de wereld op te leggen, en zelf te taxeren. Het ging niet om aantrekkelijkheid, om verleiding, maar om die mannen als ‘goed genoeg’ in te schatten, als een discriminatie op grond van uiterlijk en uitstraling en zichtbare status.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten