donderdag 8 oktober 2009

De Weg naar School

Om de flat te ontvluchten moest ik de stad in. Waar ik woonde was er niets. Louter kilometerlange lanen met niks dan betonnen hoogbouw en kleine sinaasappelboompjes met beschimmelde onrijpe vruchten aan. Bovendien bleek al snel dat ik bij mijn aankomst iets te vlug had gejuicht. De hitte in de straat was onuitstaanbaar. Een stoffige, broeierige warmte. Het stonk er naar uitlaatgassen en hier en daar hing een walm van gistend afval (in Spanje wordt afval in containers in de straat bewaard). Ik voelde me als een nagloeiende sigaret in een asbak.

De bewuste vluchtweg liep langs talloze gelijkaardige straten de stad in, heet, stinkend, en met veel verkeer. Veertig minuten liep ik erover om de school te bereiken, met overigens een kwartier verder het dichtst bij zijnde strand.
De eerste dag liep ik naar school en terug, om dan vervolgens met Tobias terug naar het strand te wandelen. Van het strand terug namen we een bus. Maar later op de avond was er het eerste groepstreffen waar ik zou kunnen kennismaken met enkele van de groep, wat ik niet wou missen, maar wel enkel kon bereiken te voet. Gevolg: die eerste dag liep ik zo’n 15 kilometer in die verschroeiende hitte. Tjah, aan dat wandelen zelf was geen vluchten aan.
Tenzij dan in de 15 graden koudere bus – wat ik ook deed, met een pijnlijke kuch tot gevolg die geleidelijk overging in een verkoudheid. Een verkoudheid waar ik overigens de daarop volgende maand aanhoudend mee sukkelde, met verschillende gradaties van een lichte kuch tot agressieve hoestbuien waarbij me de tranen uit de ogen spatten.
Dit was het decor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten