donderdag 8 oktober 2009

Hola Lola

We reden na een maand Andalusië de grens over met Murcia, een veel kleinere provincie met de gelijknamige stad Murcia als hoofdstad. Het was een klein stadje. Het gold als een arm stadje voor grote delen van haar geschiedenis en dat viel af te lezen aan haar historische architectuur.

Veel heb ik echter niet kunnen zien van die architectuur. Terwijl Christen de stad ging verkennen, bleef ik alleen achter in het huis van Lola. Ik voelde me geradbraakt, ik hoestte de klok rond.
Gelukkigen hadden we Lola, na Olga nu de oudste couchsurfster waarbij ik verbleven heb. Het was een gescheiden moeder van 46 met een tienerzoon, die echter het weekend bij de vader doorbracht. Lola sprak ook alleen Spaans, maar van het begin af aan bleek dat ze (in tegenstelling tot Gerardo) de wind graag in de haren had en nooit stilstond. Ze reisde vaak maar nooit erg ver. Haar Spaans beperkte haar bewegingsvrijheid, zo gaf ze ook toe, maar ze stond voor iedereen open, ze was de meest toegewijde lerares Spaans (zo mogelijk, nog meer toegewijd dan Elena, maar dat is moeilijk op te maken). Ze was nieuwsgierig naar verschillende culturen en denkwijzen, en alles wat haar nieuwsgierigheid in het vizier bracht, en haar geduld toestond om op gefocust te blijven. Want een erg lang focus had ze niet. Ze moest blijven bewegen. Blijven bewegen, blijven praten, blijven lachen, blijven streken uithalen, blijven nieuwe horizonten opzoeken: allemaal goede redenen om te kunnen zeggen dat ze nu gelukkiger is na haar scheiding.
Ondertussen zat ik op het terrasje in te dommelen of lag ik in bed te slapen terwijl Christen uitging met Lola naar een concert of op haar eentje de stad verkende met een fiets van Lola. Maar anderhalve dag na mijn zelfverklaarde nooddruft aan rust, verklaarde ik mezelf ook weer genezen. Lola nam ons mee naar een vissersdorpje vlakbij het dorp waar ze opgroeide, naar een zeilrace waar haar broers en neven aan meededen. We waren door Lola’s oeverloze geklets wat te laat en reden dan maar naar een strand waar we de volgende zouden kunnen gaan snorkelen tussen de rotsen. Maar het was laat en werd donker en we reden dan maar direct door naar het dorpje zelf, om tapas te eten en het dorpje te verkennen. Het was helemaal anders als wat we voordien gezien hadden. De stranden waren deel van een natuurreservaat, het dorpje onbedorven door plat massatoerisme. Ik kikkerde helemaal op en speelde monter in op wat gezegd werd met halve en driekwart en af en toe zelfs bijna hele zinnen Spaans.
Volgende dag gingen we zoals beloofd naar een rotsstrand snorkelen. We aten op strand en maakten er een echte daguitstap van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten