donderdag 8 oktober 2009

Erotische spanning

Ik was nu al twee volle uren in Christen’s gezelschap en haar stroom van taal nam stilaan af. Ik kreeg ruimte om me mezelf wat op mijn gebruikelijke manier voor te stellen, en in tussenpozen kwamen de puzzelstukjes allen op tafel die hen toestond mijn reis, mijn plan en mijn afkomst te reconstrueren. Er werd gekookt zoals het hoort, met iedereen rond te tafel rijkelijk gegeten, en er werden, goed-Duits, shots gedronken. Verschillende zoete kruidendrankjes werden op de tafel geplaatst en na verscheidene keren ‘1-2-3-hop’ waren de meesten van de meisje zichtbaar aangeschoten. Een waar voorrecht, dunkte me, me samen met zo’n mooie meisjes te mogen bedrinken.

Later op de fuif babbelde ik met verschillende jongens van de campus. Ik babbelde met Christen weer over reizen en haar relatie met de Nieuw-Zeelander die ze aldaar had leren kennen, en het opdoen van relaties op reizen in het algemeen. Wat je ervan kan verwachten, en vooral wat je er niet mag van verwachten.
We dronken en feestten. Er werd weinig gedanst maar de muziek was beestig goed (kwaliteitsvolle minimal en Balkan Beats). Denkend aan de vervelende Jenny, en met de herinnering aan de saaie vooruitzichten waar ik me die ochtend nog mee probeerde te verzoenen, amuseerde ik me kostelijk. Ik voelde me de koning te rijk. Een meer dan geslaagd feestje.
Toen we naar bed gingen bleek evenwel dat de matras waar ze me op te slapen zou leggen, al ingenomen door iemand anders. Het leek wel gepland: ik kwam terug van mijn tanden poetsen en daar stond ze, te blinken, beminnelijk als ze is: "Sorry, maar ik heb geen extra matras. Ik heb wel een extra dons voor u… mijn bed is groot genoeg voor twee… ik hoop dat je het niet erg vindt." Natuurlijk vond ik dat niet erg.
Toch doorliep ik met haar de alternatieven, om haar vervolgens evenwel gelijk te geven, en bij wijze van rationele conclusie te besluiten dat we toch beter samen sliepen. Ik gaf er de aanschijn van realistisch te blijven, en probeerde mezelf ook onaangedaan en integer mogelijk te presenteren. Dat terwijl ik vanbinnen in gedachten heel de kamer al meerdere keren met haar had doorgewalst in een extatische vreugdedans. Maar ik weerhield me zoveel mogelijk. Want ook al verraadde mijn blik mijn emoties, tegelijk wist ik, en we hadden het er al uitvoerig over gehad: ik zou misschien nog enkele dagen bij haar kunnen couchsurfen, niet hier in Merseburg, maar bij haar vader in Leipzig. Er was nog meer dan genoeg tijd later om troeven uit te spelen en mijn kans zo volledig mogelijk te benutten.
We bleven doorpraten, nu in het Engels. Goed aangeschoten, misschien zelfs zat. We gingen liggen, elk onder onze eigen dons, en maakten het ons bekwaam in bed. Het was knus, bijzonder knus, de dikke luchtige donzen half over elkaar gekruist, half hoog stapelend op elkaar. We speelden een verbale ping-pong. Voortekenen kondigden een onzeker maar opwindend vooruitzicht aan. De donzen werden verlegd. Ze kwam dichter. Openhartig pratend, met sprankelende ogen, glimlachend.
Steeds weer flikkerde dat idee op, en ontspinde zich de gedachte – ik was weerloos, verzocht ze te ontwijken, die verleidelijke gedachte, maar ze kwam. Wat zou je denken als ik zou vragen… Wat zou je denken als ik jou zou vragen… Kussen? Wil je me kussen? Het ging in honderden formuleringen tegelijk door mijn hoofd, een duizelingwekkende warreling van aanleidingen, van aanzetten tot, maar ik ging onverzettelijk hun uitwerking uit de weg. Tijd hadden we genoeg, ik moest en zou me niet opdringen. Een verspeelde kans is een gemiste kans. Maar haar ogen smeekten om mijn lippen. Ik moest en zou, maar ik plooide en vroeg vlakaf of ze me graag wou kussen. Voor de grap – maakte ik mezelf wijs voor een fractie seconde. Ik registreerde een lichte terughoudendheid die met de vraag was doorbroken. Ja, glimlachte ze. Ik lachte een moment overdreven, legde haar antwoord bij me neer. Afstand nemen, recapitulatie, besef: ik bespeurde een zwakke plek in mijn verdediging: het gezicht dat ik haar voorhield was niet meer overtuigend. In het flirten had ik mezelf betoverd. Ik deed nog een laatste poging om de schijn te redden. Het was ijdel. Ik was al verloren, aan haar. En zij aan mij: dan kusten we toch.
Meer dan kussen werd het ook niet. Ze was het type eerbare dame die niet zover ging om van de eerste avond Petit Gervais met koekjes te eten. We sliepen langzaam in met vervlochten ledematen, wijselijk doch geëxciteerd, maar heerlijk beschut tegen de monsters van de nacht. Hanne, het meisje van Beach Camp, leek lichtjaren veraf.
Na een weinig slaap kreeg de realiteit weer de bovenhand over de roes van feeststemming en halfslaap. Christen moest naar de les en ik moest terug naar Jenny in Leipzig. Maar voor één avond, want daarna nam ik weer afscheid en ruilde ik Jenny om voor Christen, nu iets minder tijdelijk. Ze woonde in Leipzig met haar vader samen, hij alleen, en uitgerekend dat weekend was hij er niet, hij was naar een literatuurcongres. Dus hadden we het huis voor ons.
We spendeerden de dagen en nachten die daarop volgen met veel aandacht voor elkaar en we groeiden in een gewisse beweging naar elkaar toe. Ik cultiveerde haar hart met de grootste zorgzaamheid en zag er verheugd op toe hoe in de reinste vrijheid onze relatie uitbloeide. We maakten plannen en plannen, zoals die om over enkele maanden samen Spanje te verkennen. Maar onder voorbehoud. Er was een belofte gemaakt die ik niet zomaar kon tenietdoen. Hanne, het meisje van Berlin Beach Camp. Zij had mij getroost en gesterkt wanneer ik het nodig had. Ook zij was veel voor me gaan betekenen in de laatste weken. Ik was het haar verschuldigd, het hing als een schaduw over mijn ontwikkelend engagement met Christen: over welgeteld twee weken zou ik bij Hanne, bij haar in haar ouderlijk huis, gaan couchsurfen. Dat was zo afgesproken en het zou een schande zijn dat in naam van ons beiden op te geven.
Maar er was geen ruimte voor twijfel. Daar was simpelweg geen tijd voor. Elke dag was er wel iets te doen, geen seconde ging voorbij zonder dat er daar vooraf een specifieke bestemming aan gegeven was. Ik leerde haar vrienden van Leipzig kennen op het ‘Abbiebal’, ik kwam terecht in een discussiegroep bejaarden waaraan Christen een lezing gaf, ik bezocht met Christen en enkele schoolvriendinnen een andere, middelgrote stad in de buurt, Halle, we gingen naar de zoo, gratis en met rondleiding, en er was een hele heisa omdat Paula, één van Christen’s kotgenoten, ineens ongepland zwanger bleek. En dat allemaal in vier dagen. Maar het opmerkelijkste van al onze activiteiten was beslist de paradetocht door de stad.
Op zondag gingen we van Leipzig terug naar Merseburg. Er was een paradetocht door de hele stad georganiseerd naar aanleiding van het Schlossfest (kasteelfeest) van het middeleeuwse kasteel dat in het centrum van de stad staat. Ik zou daaraan deelnemen. Merseburgs geschiedenis kwam tot leven door een verkleedde parade waarin honderden figuranten meeliepen. Ikzelf werd een soldaat die in een historische veldslag tegen Napoleon gewond was geraakt en nu, net als drie andere mannelijke studenten, verzorgd werd door Christen en haar vriendinnen, die op hun beurt als nonnen verkleed waren. We kregen van onze als pinguïn verkleedde lotgenoten schnaps toegediend als medicijn en liepen langs hordes toeschouwers door de straten van Merseburgs binnenstad. Uitgedost als idioten, met windsels rond hoofd, been of arm, liepen we mankend, kreunend door de straten.
En zo was mijn verblijf bij Christen een aaneenschakeling van onverwachtse gebeurtenissen waarmee we ons kostelijk amuseerden en wat een dergelijke sensatie van geluk teweegbracht dat we enkel nog mekaar konden aangrijpen als aanwijsbare oorzaak. We zouden het beiden missen, we zouden elkaar missen, maar we moesten allebei vooruitgaan, er waren afspraken gemaakt en we moesten vooruit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten