donderdag 8 oktober 2009

Pablo en Berlin Beach Camp

Ik verhuisde mijn spullen naar Pablo, kreeg een korte rondleiding (een erg korte, aangezien er weinig rond te leiden was) en een sleutel. Pablo moest zelf naar een voetbaltraining, ik ging dus naar Bettina voor een filmavond. We bekeken ‘Schwarze Schaf’, een artistieke, geestverruimende en ook hoogst entertainende film die Berlijn bovendien ook goed karakteriseert.

Het verblijf was ondanks alles heel comfortabel. Ik vergenoegde me aan de rust, Pablo’s efficiënte organisatie en in het algemeen, de eenvoud van het samenleven met twee. De dagen van de week gingen voorbij zonder dat ik er enig besef van had. En plots was het vrijdag, en het was Berlin Beach Camp. Een kamp georganiseerd door en voor couchsurfers van op heel de wereld. Het was een echt couchsurfinggebeuren, en aanvankelijk had ik weinig redenen gevonden daarheen te gaan, ik wou Berlijn ontdekken, en niet computernerds van over heel de wereld ontmoeten. Díe wereld, kende ik intussen al. Maar Pablo ging ook – hij was er al van de vorige avond (de donderdag), maar zou op zaterdag naar Wenen trekken, om daar te couchsurfen bij iemand die ook al eens bij hem was terechtgekomen – en het was ook omdat Bettina ook ging: ik liet me dan toch maar verleiden toch één avondje te komen. De hele bende bewoners van Project Volunteering zou er zijn, alsook enkele van de couchsurfers die ik daar had leren kennen, en ook Julien, waar ik in Hamburg nog bij gecouchsurft had.
Het kamp was een eindje uit de stad verwijderd. Samen met Bettina nam ik een U-bahn, S-bahn en een bus, en liepen nog een tweetal kilometer te voet om het te bereiken. Het was in een bosrijk gebied aan een meer, met, zoals te verwachten, een strand (vandaar natuurlijk het ‘beach’ in Berlin Beach Camp).
Samen met Pablo en Florian, een vriend van Pablo, dronken we wat bier en wijn en installeerden we ons op het strand in enkele comfortabele stoelen. Er kwam zich een meisje bijzetten, een opvallend vreemd gekleed meisje met rood verbrande kaken. Ze was Duits maar sprak Engels, heel vloeiend Engels zelf, met een herkenbaar Brits accent. Ze was dronken. We plaagden haar een beetje. We namen haar fles (van 1,5 liter) wodka af en gaven haar wat bier in de plaats – kwestie van wat te verdunnen. Ze was grappig, wellicht gewend aan deze roestoestand. We praatten over de grote hoeveelheden zandkorreltjes en de duizenden mensen die zeker al eens in het meer daar hadden geplast en we lachten om dwaze moppen en idiote overdrijvingen en amuseerden ons kostelijk.
Later verliet ik het groepje op zoek naar bier. Het verbrande dronken meisje zag ik niet meer terug. Toen ik Bettina na een uurtje of zo terugzag, scheen ze totaal verbitterd over de mensen die haar omringden. Ze haatte het daar. Ik ging met haar mee en we wandelden samen wat rond om te belanden bij een stel jongens uit Hamburg die Bettina algauw in het centrum van de belangstelling lieten komen – maar mij wat tot de zijlijn terugdrongen. Ik ging wat dansen, deed onnozel met mensen van allerlei kleuren en achtergronden, en liep, geautomatiseerd door mijn roes, op zoek naar verstrooiing en afwisseling (aangezien Bettina maar bleef zitten bij die jongens van Hamburg), op zoek naar vrolijke mensen om mij mee te omringen.
Terug op het strand was het ondertussen heel erg donker geworden. Ik zag niemand. Ik geraakte niettemin aan de praat met een Duits meisje dat ik uiteindelijk kuste, die me eigenlijk zo scheen te bevallen dat ik ze inviteerde voor wat seks in de bosjes (bosjes waren er immers genoeg in de omgeving). Maar mijn idee sloeg niet echt aan en ze liet me met mijn goesting zitten.
Niet veel later, echter, liep ik Alex tegen het lijf, de vriendin van het geestige dronken meisje met de rood verbrande kaken van in het begin. Hanne bleek haar naam. Alex vertelde me uitgerekend dat Hanne een hele tijd op zoek naar me was geweest. Ze bleek nu net naar haar tent en Alex stelde voor om haar nog in te halen voor ze sliep. Haar punt was duidelijk. Mijn herinnering aan Hanne brachten me niks dan goed, Hanne had een mooi gezicht gehad en in mijn herinnering kwam haar humor me als hoogst aantrekkelijk voor. Ik blikte terug op het begin van de avond en het was alsof het me voordien niet ten volle bewust geworden was, maar Hanne had eigenlijk wel iets. In mijn herinnering leefde ze op als iemand die me volkomen beviel.
Anticiperend op wat volgt, liet me door Alex leiden naar Hanne haar tent (zoals op campings gewoon is: te midden van alle andere tenten). Ze wees me ze toe. Hanne was er al. Ik wist wat me te doen stond. Maar eerst, voor ik me ernaast legde, wou ik toch nog eerst even gaan plassen. Ik zette mijn rugzak alvast neer bij de tent en ging plassen, zonder er al te veel acht op te staan waar die tent precies stond, of welke kleur of vorm ze had en ik ging een 20tal meter verderop plassen. Al tijdens die daad zelf drong het me door: welke weg terug? En ik probeerde mijn weg terug te vinden. Maar waar de tent was, had ik niet opgeslagen in mijn geheugen. Alcohol, dat had ik opgeslagen, maar geen tenten. Hoeveel ik ook zocht, hoe diep ik ook groef, tot in de diepste regionen van mijn met alcohol doordrongen brein, het enige wat ik vond was een ontstellende leegte. Ik had geen benul, ik herinnerde kleur noch vorm, en zelfs geen herkenningspunt in de buurt. Ik was verloren.
Langzaam kwam ik tot een relativering van de situatie. “Ok, Hanne kan ik wel opgeven, maar mijn rugzak…,” die kon ik onmogelijk op het kamp achterlaten. Ik zocht verder, mezelf vervloekend om mijn onbezonnenheid. Na een 40tal minuten zoeken had ik de tent nog niet gevonden, en leek ik verderaf als ooit tevoren. Ik besloot dan maar terug te gaan naar het feest, op zoek naar Alex. En ja, ik vond ze, ze wees me de weg een tweede keer, en in de tent ging ik ditmaal, met mijn armen ontvankelijk geopend, en weg waren we, zonder overleg, zonder uitwisseling van gedachten, pure lichaamstaal: ze stak me een potje in mijn handen en we aten elk twee Petit Gervaisjes met wat koekjes en lieten in vervoering door het moment de intense smaaksensatie van de romige kaas over onze tong uitdijen. De knapperige koekjes maakten het geheel af. Het was heerlijk.
’s Morgens hoorden we buiten stemmen spreken over ‘the sex tent’, en dat terwijl we gewoon wat Petit Gervais gegeten hadden. Met een kleine tussenpose verlieten we beiden te tent en gingen we bij het groepje zitten dat rond Alex was ontstaan. Alex was Hannes beste vriendin en sprak Engels als een Britse. Ze was actief, net als vele anderen die erbij zaten, erg actief. Ik, en Hanne ook eigenlijk, waren wat minder spraakzaam. Ik had een kater en had veel te weinig geslapen.
Een groep ging naar het centrum. Het was Karnaval der Kulturen in Kreuzberg, en eerst was er in het centrum op Alexanderplatz een couchsurfingtreffen georganiseerd om met een honderdtal verspreid over het plein 5 minuten onbeweeglijk stil te staan in een ‘freeze’ en om met grote plakkaten “free huggs” te zwaaien en overeenkomstig ook uit te delen.
Ik was moe. Hanne zag ik nog even, maar in een moeilijk moment scheidde haar groepje van het mijne en verloor ik haar weer uit het oog. Wij gingen naar Kreuzberg, naar het Karneval, dansen op Balkanbeats. Uiteindelijk was ik om 11 uur terug in het appartement. Ik genoot van de rust en sliep goed uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten