donderdag 8 oktober 2009

Middelmatige hippies in Jena

Ik moest verder. Na een moment intensiteit dat plots wel eeuwig leek aan te houden, moest ik toch uiteindelijk weer de leegte in. En zo ging ik uiteindelijk toch, volgens plan, naar Jena. Daar maakte ik kennis met Robert en Caro. Was het niet omwille van Robert, en de verwelkomende reactie die hij me toestuurde op mijn verzoekje, was ik naar Weimar geweest, een stadje dat net zo klein is als Jena maar met een geschiedenis waar al vele pennen oven zijn leeggeschreven.

Hij woonde samen met zijn vriendin was, Caro. Zij bleek echter het meisje met het profiel dat bovenaan verscheen in de lijst van resultaten toen ik naar couchsurfers in Jena zocht, waarvan ik van bij de eerste blik ik oordeelde: als die niet gestoord is, is ze zo simpel als een duif. En het was dat laatste, simpel als een duif. Ze had een profiel waar zichtbaar uren werk in gekropen was. Met zelfgeprogrammeerde kadertjes en talloze nutteloze gadgets waaraan ze duidelijk uren bezig was geweest.
Ze was echter wel op haar eentje naar Nepal geweest. Maar de avontuurlijke anekdotes bleven uit. Eén van de enige zaken die ze mee had teruggebracht was een opvatting die ze sterk bewonderde: dat de mensen daar gelukkig zijn met weinig zaken. Zo zei ze:
Ich möchte gerne ein bisschen Hippy-mäßig leben. Jetzt haben wir wohl ne Matratze, aber ich möchte nur ne Matte zum schlaffen, und auch bloß auf dem Boden Essen, und sonst fast nichts… Keine übliche Besitze. Aber jetzt lebe ich mit anderen zusammen, und deswegen haben doch einige Sachen hier.
Hoe naïef het ook klonk, en hoe het in feite nog altijd klinkt, ik moet wel zeggen, als er iets is wat ik uit al dit reizen heb geleerd, is het dit wel: als we eenvoudigweg wat minder ‘willen’, de verlangens wat temperen en niet elk ding dat men mogelijks zou kunnen willen, ook gaan willen, dan zou men vrijer worden, dan zijn we vrijer: we moeten minder werken, we hebben meer tijd voor onszelf, we hebben meer tijd om onszelf te verbeteren, om ons brein aan te scherpen, ons lichaam te ontspannen, en we hebben tijd en ruimte om in solidariteit te leven, onze gastvrijheid te delen met anderen en mee te werken aan een nobelere toekomst. Maar al die edelmoedigheid is natuurlijk makkelijk gezegd maar toch niet zo makkelijk vol te houden. Het houdt een voortdurend neen-zeggen in, een nog moeilijker neen-zeggen als in een straat vol bedelaars. We moeten niet alleen op zoek gaan naar alternatieven, we moeten ook neen zeggen tegen al onze nieuwe behoeftes. We moeten zowaar in elk nieuw nutsproduct op zoek gaan naar de voor- en nadelen en voorbij de horizon zoeken van competitieve statusdrang, voorbij het oppervlak zoeken naar duurzaamheid en evenwicht, vanuit ‘ik’ en ‘mijn’ verantwoordelijkheid… Maar laten we zo besluiten: zoeken naar alternatieve levensstijl is een delicate opgave, en uw matras inruilen voor een rieten matje en gaan leven als een hippie lijkt alvast geen wijze oplossing.
Bij Robert en Caro besteedde ik een 4tal dagen vooraleer ik naar Limburg an der Lahn afrees. Ik was na Berlin Beach Camp niet opgehouden Hanne te schrijven, hoogstens enkele dagen onderbroken wanneer ik bij Christen was. En ook al was de toon in mijn mails gevoelig gedaald in enthousiasme, haar ouderlijk huis stond nog altijd op het programma van mijn verdere reis. Vandaar zou ik dan verder reizen naar Frankfurt (voluit Frankfurt am Main), en vervolgens naar Mainz, om dan huiswaarts te keren voor de Gentse Feesten, en (de oorspronkelijke reden van mijn terugkeer) een reisje met het gezin in Saint-Jean-de-Luz in Zuid-Frankrijk waarvoor mijn ouders mij met lichte aandrang hadden uitgenodigd. Zo was het plan. Ik had nog het één en ander in het verschiet.
Intussen was eind juni en zomer in Jena. Het weer was er warm en vochtig. Gedurende mijn hele verblijf dreven er dikke stapelwolken voorbij, dreigdend met zware regens. Ik was mijn regenjas ergens tussen Merseburg en Jena verloren. Ik had het op mijn valies vastgegespt maar dat bleek niet zo een verstandig idee. Maar het was warm, en of ik nat zou worden of niet, ik waagde het erop. De stad was interessant. Overal waren er restanten uit het communistische tijdperk. Ze werden nog steeds gebruikt. Zo stond er in het midden van de stad een reusachtige ‘boilerfabriek’, die in de verwarming en het warm water voor de hele stad voorzag. Van daaruit liepen dikke bovengrondse pijpleidingen door de hele stad. Er stonden vaak versjes op geschreven, en zaken zoals ‘Ich liebe dich, Sandy!’ (Amerikaanse namen als Sandy en Andy waren in communistische tijden een blijk van stil verzet tegen het regime. Bij mensen van mijn generatie is dat in Oostduitsland veelvoorkomend.)
Robert en Caro woonden in een wijk van woonblokken die helemaal opgetrokken was in de typische communistische plattenbouw-stijl. Het was een mooi voorbeeld van een slecht berekende stadontwikkeling. Ruim twee kilometer van het centrum en tussenin waren er niks dan huisjes met tuintjes en weiland. Ze zagen er wel allemaal opmerkelijk goed uit. Ik hoorde van Robert dat er in Jena, vermits het een populaire studentenstad is, een enorme vraag naar kleine woningen heerst, met als gevolg had dat die blokken in die wijk één na één mooi gerestaureerd werden. Het was gek hoe die wijk ongeveer een kwart van de stadsbevolking onderbracht hoewel ze zich op zo’n van het centrum bevond. Zodoende liep men dan een half uur door suburbia om het stadscentrum te bereiken.
Robert was overigens afkomstig uit een minuscuul dorp dat enkel reputatie had verworven door het concentratiekamp aldaar. Maar ook dat kamp kende ik niet. Het was dan ook louter gekend in de regio. Robert beschikte niet over de capaciteiten om wat uit te zoomen en de grotere tendensen te contrasteren met de kleinere (degene waarin hij opgegroeid was). Ik moest het ermee stellen dat de grote meerderheid het leven in de DDR wel ok vonden, en dat de oudere generatie na een borreltje algauw zeggen dat het toen allemaal beter was. Robert en Caro waren eenvoudige mensen, met eenvoudige zorgen en eenvoudige meninkjes, vriendelijk en beleefd maar weinig verrassend en nauwelijks inspirerend. Was het niet voor dat vooruitzicht Hanne terug te zien, waar ik met gemengde gevoelens naar uitkeek, viel wellicht terug in mezelf, in een soort melancholische halfslaap.
Met veel geluk vond ik een rechtstreekse Mitfahrt van Jena naar Limburg. De man reed om en bij de 200 over de Autobahn. In geen tijd was in het rustieke stadje Limburg an der Lahn.
Ze was te laat. Ik wachtte gespannen af, met een buik vol van kleine meninkjes, en een kop vol zorgen, hoeveel, of hoeweinig, ik van Hanne over Christen moet, of kan, of mag, zeggen en visa versa. Je begrijpt het wel: moeilijke toestanden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten