donderdag 8 oktober 2009

Een eerste Indruk

Het vliegtuig landde rond de middag. De kapitein riep om dat buiten het 25 graden. Ik had het heel wat erger verwacht. Ik had het onverdraaglijk verwacht. Ondraaglijk was het niet. Warm wel. Maar de zon werkte verschroeiend. Eenmaal de luchthaven buiten bewoog ik me van schaduwplek naar schaduwplek, soms zigzaggend van links naar rechts, versnellend om lange stukken zonder schaduw sneller over te steken.
De bushalte naar de stad bleek goed verstopt. Ik bleek ook de enige van mijn vlucht die de bus naar Malaga nam. Hier werden taxi’s genomen, of sjieke tourbussen. Ik bevond me tussen vakantiegangers en reizigers die met een net iets groter budget als het mijne reisden.

Wat zij ook deden, 1 euro 10 en een uurtje later stond ik in het centrum. En ik had meteen ook de stad gezien. De lange boulevards met palmbomen, de trotsstatige residenties, en glimmend in de verte, het fonkelende azuurblauwe water, zich in een zachte geruis over de paarlemoere stranden uitrollend.
Neen, ik was wel degelijk aan de Costa del Sol beland, het planningfiasco van West-Europa. Het leek wel stad in de voormalige Sovjet-Unie. Grimmige betonnen appartementsblokken, de ene nog meer verwaarloosd als de ander, en liefst in seriën bijeen. Nauwelijks iets van groen. Straten en geparkeerde auto’s allemaal onder een vuile laag stof. Alles vuil en lelijk en stoffig en verwaarloosd. Hier probeert Nekkerman zelfs al niemand meer heen te sturen.
Aan het einde van de rit was ik in het centrum beland. Paseo del Parque. Misschien toch nog een Nekkermanhotel in de buurt? Hier werd klaarblijkelijk wel geïnvesteerd in schoonmaak en parkjes. Malagas hoofdstraat is een lange laan met palmbomen aan weerszijden dat uitgeeft op een groot park met nog heel wat meer exotische bomen en planten. Malaga had plots iets bijzonders exotisch – als ik mijn busrit en die lange strek kale betonnen façades even wegdacht. Ja een stad met zoveel exotisme had ik nog niet bezocht.
De school was vlakbij het centrum. Ik ging de sleutel en de wegbeschrijving ophalen in een winkeltje naast het schoolgebouw (het was immers zondag: de school zelf was gesloten) en ik ging op weg naar het appartement waar ik de komende weken zou logeren. Het bleek een eindje. De wieltjes van mijn valies kletterden op de kleine hoekige tegeltjes van de voetpaden. Ik liep nog snel een toeristische dienst binnen (waar mijn woord ‘a map’ eerst door hen moest vertaald worden ‘ahh una mappa’ om een kaartje van de stad te krijgen) en vervolgens liep ik terug naar de bussen waar ik ook weer op de behulpzaamheid van de buschauffeurs moest beroepen om de makkelijkste bus te vinden, stomweg omdat er nergens een degelijk plannetje van de stad met al de buslijnen hing. Die Spanjaarden toch…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten