vrijdag 31 oktober 2008

Zomaar wat zinnen ineen fransen

De kamer waarin ik me nu bevind doet dienst als woonkamer, eetkamer, keuken, opbergkot en gastkamer. Ik weet niet in welk deel van de kamer ik zit, alleen dat het hier beter is dan buiten. Toen ik in Aix-en-Provence toekwam was het 22 graden en zonnig. De laatste drie dagen wisselt de motregen de stortregen af, en lijkt de hele stad ondergedompeld in een triestige schemerzone tussen dag en nacht. Het ritme van de stad is duidelijk verstoord. Ze zijn dit hier niet gewoon. Het valt overal af te lezen aan de natte terrasjes, aan de snackbars zonder deuren, aan de oude mannetjes onder de platanen. ‘Il pleut’ betekent in deze stad dat alles en iedereen weent. Geklaag alom. Ik kan mijn cynisme moeilijk voor mezelf houden: Wij van het noorden hebben zoiets dat we ‘jas’ noemen: dat helpt! Gelukkig ben ik er om hen wat op te beuren.

Mijn reis begon niet zonder slag of stoot. Ik stond zaterdag vroeg op om de trein te nemen in Gent. Ik wist dat ik mijn trein maar net zou halen. Ik liep het station door, en spurtte de trappen naar het perron op. Maar het mocht niet baten. Tegen dat ik boven kwam was de trein net aan het aanzetten. Valse start. Voor mij toch. Voor de trein niet, die was weg.

Ik had een uur later in Lille afgesproken met een vrouw die de extra ruimte in haar wagen bij wijze van spreken onderverhuurde – via covoiturage.com stelde ze zich voor lifters te beschikking. 30 euro van Lille naar Lyon. Een unieke kans. Alles leek nu in het honderd te vallen, en ik was nog niet vertrokken. Ik had in Lyon overigens ook nog een afspraak met een couchsurfing-gastheer.

Ik nam de eerstvolgende trein naar Kortrijk en sprak wat incoherente verontschuldende klanken in op de voicemail van mijn lift. Ik wachtte in spanning haar antwoord af. Gelukkig ging mijn covoiturage-lift makkelijker dan verwacht. Ze belde me met de boodschap dat ze zich naar mij zou schikken, ze zei dat haar zonen nog sliepen en dat ze dus zelf ook te laat was voor onze afspraak.

Haar zonen waren 12 en 17 en in de auto werd weinig gesproken. De oudste zoon kwam wel op een bepaald moment aanzetten met de vraag: “Hoe zit dat eigenlijk met de oorlog tussen Vlaanderen en Wallonië? Wordt België nu gesplitst?” Ik legde wat van de complexiteit uit. En als dat hem nog niet genoeg verwarde, klaarde mijn Frans dat wel.

Lyon is de tweede grootste stad van Frankrijk. De gebouwen zijn geordend in hoekige blokken en tellen gemiddeld zo’n achttal verdiepen. Ik werd afgezet in het centrum, dichtbij de bus die me bij mijn eerste gastheer zou voeren. De bus dropte me voor zijn deur. Mijn gastheer was Eric, een achtentwintigjarige fysicus met een doctoraat in de deeltjesfysica. Nu woont hij in een flat in Villeurbane (een agglomeratie van Lyon). Hij nam me mee naar boven en introduceerde me aan zijn bordel (wat naast ‘bordeel’ in het Frans ook rommel of troep betekent). Hij maakte snel wat plaats voor mijn zak. Elke beweging ging gepaard met ofwel een: “hop,” ofwel een “tak.” Hij rijmde de hop’s in een origineel “hop, hop, hop” en met de tak’s deed hij ongeveer hetzelfde. Het hing wat af van welk soort dingen hij opruimde.

We namen een bus naar het centrum Lyon 013waar Eric had afgesproken met enkele vrienden - ook couchsurfers - Yannick en Yann (in foto: van links naar rechts, met rechts mijn gastheer Eric). Aardige jongens. Het Frans dat ze onderling spraken was wel wat moeilijk verstaanbaar. Vooral Yannick sprak bevlogen in heel lange woorden die wat op zinnen geleken. Hij legde uit dat de regering het drankgebruik aan banden wil slaan, met desastreuze gevolgen voor de ‘eppie-owa.’ Hij verklaarde dat ze in Frankrijk in cafés wel eens het principe toepassen van één kopen, één gratis, zo gedurende één uur: en dat noemen ze in het Frans dan ‘eppie-owa.’ Yann overtuigde ons om de dag erna mee te gaan op de rando die hij organiseerde. We stemden allemaal in. (NB: ‘eppie-owa’ is Frans voor ‘Happy Hour.’)

’s Morgens namen we de metro naar de plaats van afspraak. Samen met Erik, Yann en Yannick zochten we Franscesca op, een Oostenrijkse Erasmusstudente die in Lyon haar 5de jaar geneeskunde deed. Zij reed ons met haar Polo ‘Fun’ naar een ski- en wandeloord waar onze trektocht plaatsvond. We liepen de skipistes recht naar boven. Mijn hart ging in overdrive. Maar het weer was prachtig en we hadden een magnifiek uitzicht over Genève. Mocht mijn hart het begeven, ik zou een mooie dood sterven.Lyon 097

Spijtig genoeg had ik nog een hele lijdensweg te gaan. ’s Avonds miste ik op een haar na mijn covoituraturage-lift naar Aix-en-Provence en Eric werd verplicht om me een dagje langer onder zijn hoede te nemen (welja, verplicht – sommige mensen helpen graag andere mensen).

Om meer geknoei te vermijden besloot ik de volgende dag de TGV te nemen naar Aix. Ten opzichte van de lucht reed de trein heel langzaam, niettemin aan driehonderd per uur, van onder de zware grijze wolken vandaan. In een uur en twintig minuten werd het tien graden warmer.

Afbeelding kaart

Aix-en-Provence oogt heel wat beschaafder dan Lyon. De palmbomen, de cipressen en de warme temperatuur doen aan een vakantieoord denken. Ik liep de mooie lanen en knusse steegjes Aix-en-Provence, Matthieu 022door op zoek naar rue Lieutaud, 7, waar Flore me opwachtte. Uiterlijk viel ze wat tegen. Flore verwelkomde me wel heel goed - voor iemand met een appelfiguurtje. Ze speelde de perfecte gastvrouw en ik liet me wat verwennen. Ik voelde me al vlug thuis. Haar minares Babou was aan het werk in een supermarkt vlakbij. Haar shift zou om 9 uur afgelopen zijn.

Ik legde haar doel van mijn reis uit. Ze kon echter moeilijk verstaan waarom ik naar Aix kwam. “Het is hier lelijk en slecht georganiseerd,” zei ze. De redenen waarom ik hier was leken haar wat af te stompen. Ik vertelde zo bijvoorbeeld dat ik hier was om te leren kennen wat ik niet kon leren via Wikipedia. Het gesprek leek er wat door vast te lopen. Ze leek echt niet te vatten dat in Aix kwam om Frans te leren en om de Franse cultuur ‘van binnenuit’ te leren kennen. Zij zag misschien niet voldoende in dat ze er zelf deel van uitmaakte, of dat dat ook betekende dat ik haar zou willen leren kennen. Misschien durfde ze haar zwaarlijvige zelf niet in die context zien.

Ik hoopte dat haar vriendin en partner (ze zijn lesbisch) mijn ogen wat zouden kunnen vertroosten. We gingen haar ophalen bij haar werk. Geen overgewicht. Maar wel twee dikke vergrootglazen en duidelijke overbeet. Tant pis. Ze groette me kort en vertelde tegen Flore wat ze allemaal had meegemaakt op werk. Al snel bleek dat we van nu af aan weer Frans zouden spreken. Ik trachtte te verstaan wat ze zei. Het was niet makkelijk. De meeste onderwerpen gingen verder op conversaties waar ik geen deel van uitmaakte. Het is dan ook een koppel, overleggend met oog op de toekomst. Ze boden mij een douche aan, en hun pc om mijn mails te checken, en geboden me te nemen wat ik wenste. Na hun maaltijd maakten ze mijn bed. Ze waren goed georganiseerd, zo goed dat ik enkel kon toekijken en af en toe eens ‘merci, c’est gentil’ toeroepen.

De volgende dag liet Babou me achter met de sleutels van hun appartement. Het regende. Ik wandelde wat in de stad maar vond weinig om me mee bezig te houden. Aix-en-Provence, Matthieu 024’s Avonds gingen we uit eten. Typisch Frans: sandwiches met steak hachée (oftewel: America- style hamburgers). - Dat is hier alleszins populairder dan in België.

Het is niet te ontkennen dat de regen hier een serieuze domper op het enthousiasme zet. De hele stad regent al wenend mee (of, de hele stad weent al regenend mee – kies zelf maar). Mijn laatste dag bij Flore en Babou verliep gelijkaardig met de voorgaande. Babou en ik bleven binnen, elk achter een computerscherm, bezig met eerder nutteloze zaken. ’s Middags aten we aangebrande omelet met rijst. Daarna keken we een film, Billy Elliot, over een jongetje die ballerina wou worden. Daarna namen we afscheid en ging ik naar Mattieu Noir, mijn volgende couch.

Ook Matthieu bleek in een bordeel te wonen. Het ging er wel iets verder als in het gemiddeld rotzooitje. MatthieuOpruimen bleek een kwestie van rommelhoopjes verschuiven. Zijn hobby’s werden verraden door eens rond te kijken: een rollerhockey-stick en –helm, vier gitaren, een waterpijp, bierflesjes op tafel, een waterpijp, en een vat rum van 4,5 liter (50%!). Het bleek een actieve jongen, een jongen met veel sociale bezigheden. Hij was net inkopen gaan doen, zo bleek, want hij verwachtte ’s avonds zeven man en zou een rijstsalade maken. (Weeral rijst.) 

Aix-en-Provence, Matthieu 006

Ik leerde Guillaume, Cédric, Cédric zijn vriendin (met een Roemeense naam die ik niet herinner), Mary en Jérôme kennen. Ze spraken onderling een Frans waar ik weinig uit kon opmaken. Matthieu gebruikte zelf ook een grote hoeveelheid stopwoordjes en bindwoordjes. Zo eindigt hij bijvoorbeeld elk telefoongesprek met: “Oké, ça marche, ça roule.” Hij bleek wel vrijgevig wat drank betreft. Ik besloot dat ik nog wat goed te maken had en laat me gul inschenken. De sfeer is goed, en ik word ook als couchsurfer makkelijk aanvaard en toegelaten in de groep. Er wordt gitaar gespeeld en de vriendin van Cédric zingt. Later werd er nog wat ‘gejamed’ en er ging een jointje rond. Ik nam tot mij wat tot mij kwam.

Mary kwam later toe. Ze had in Ierland een nieuw Engels woordje ontdekt. Blijkbaar wisten de jongens die meewaren allemaal al wat het betekende. “Blow-e-job-e.” Ze had ter haren verdediging een veroordeling klaar over de hele mannelijke sekse. Ik ging met een stuntelig Frans in de tegenaanval met het argument dat zij wellicht louter slechte porno kent, en dat er helemaal geen grond is om te beweren dat mannen de betekenis van ‘blowjob’ maar kennen via wat vulgaire porno, - want porno is niet per se vulgair. Porno is zo oud als de straat, beredeneerde ik, en zoals er altijd al groezelige, vuile steegjes geweest zijn, zijn er ook altijd aangename, gezellige straten geweest. Mijn eerste filosofische discussie: en al meteen gewonnen!

Het Frans begint meer en meer op een taal te gelijken. Ik begin wat van een basiswoordenschat te onthouden, en het vertalen vanuit het Nederlands, en het geklooi met grammaticaregeltjes verdwijnt meer naar de achtergrond. Ik vind wel voortdurend nieuwe woorden uit. Soms gelijken ze wel op bestaande woorden, en dan herhaal ik bestaande enkele keren ter oefening. - Maar als het niet lukt, dan weer ik me als een echte Fransman: "ça me fait chié!" (Ik krijg er't schijt van!)

vrijdag 24 oktober 2008

Een laatste zucht voor de vlucht

Morgen vertrek ik. Mijn valies ligt open op de grond, klaar om gevuld te worden. Mijn kleren liggen verspreid over mijn bureau, uitgestald in hoopjes, wachtend om ofwel terug in de kast te gaan, ofwel om in mijn valies te gaan. Elk stuk ligt klaar om getoond te worden aan honderden, duizenden, of neen ontelbare Fransen en Oostenrijkers en Duitsers en God weet wie nog. Ik beeld mezelf in, wandelend door allerlei omgevingen, in en door allerhande milieus, wandelend, zittend, feestend. To pose or not to pose, dat is de vraag.

Mentaal maak ik me intussen klaar voor het onbekende. Wat staat er me te wachten? Een groot zwart gat waar alles in Fcrosverdwijnt (al mijn nieuwsgierigheid, al mijn hoop en anticipatie) maar waar niets terug weer uitkomt (noch zekerheid, noch vertrouwen en rust). Maar ik vertrek, zoveel staat vast. En laten we hopen dat de wegen mij in goeie handen zullen leiden. God and I are like THIS:

Vreemd genoeg vertrouw ik mijn lot meer toe aan een website dan aan wat dan ook. Het wegennet lijk ik wel minder te betrouwen dan dat andere net, het internet. Morgen zeg ik als het ware acht uur lang “kli-iii-iii-iii-ik” om dan aan te komen in Lyon, waar een eerste 'zetel' op mij staat te wachten. - De toekomst is een zwart gat net achter het computerscherm, zeg maar dat ik het gezegd heb.

Maar deze nieuwe vorm van reizen heeft nog zo van die eigenaardigheden. Heel mijn hebben en houden, mijn huis, mijn entourage en mijn afkomst worden vervangen door een lompe zak van The North Face en een profiel op een website. Ik ben ontworteld, ontheemd, en tegelijk ga ik gebukt onder een stramien van overleven en steeds niet verder dan een boogscheut vooruit kijken. Het is nu daarom dat ik hier mijn vluchtlijnen wil nalaten, zoals Jerry ze steeds voor Tom naliet.

Johannes