zondag 5 april 2009

Geëntertaind door Stephy, geherbergd door Zulema

Daar was ze. Stephy bleek heel wat zwaarder dan ze op haar profiel had geleken. Ze was klein en had een typisch Colombiaans gezicht, maar haar overgewicht bulkte er langs alle kanten uit – werkelijk enkel in de VSA voelen mensen zich dermate vrij om zich zo de obesitas in te vreten. Ik probeerde er geen zichtbare aandacht op te vestigen. Ze groette me vriendelijk met haar Amerikaans accent en stelde me Josip voor, een jonge Chileen op wereldreis. Hij bleek een freelance-journalist en had zes maand in Australië gewerkt om met dat geld de wereld rond te reizen. Enkele weken voordien zat hij nog tussen de ladyboys in Thailand, nu kwam hij net van Praag, en in enkele dagen zou hij Amsterdam en Barcelona aandoen. Ik moest wat lachen met de snelheid waarmee hij die steden wou bezoeken, maar hij was gemotiveerd in wat hij deed en we hadden veel om over te praten.

We liepen met z’n drieën de hele middag in de stad rond. Stephy was vriendelijk en sprak geëntertaind. Josip nam foto’s van elk gebouw en elk ding dat er ook maar een beetje oud uitzag. Ik had het niet zo voor die stijl. Het was gestopt met sneeuwen en de lucht was wat opgeklaard, maar het was nog steeds ijzig koud, hoe dan ook te koud om mijn fototoestel boven te halen. Josips lust voor alles wat een mooie foto kon opleveren stompte me wat af van het hele gebeuren en ik ging voorbij aan vele van de mooiste tafereeltjes. Later zou ik dat trouwens nog betreuren, want Wenen zou nooit meer zo mooi zijn als toen, onder die verse laag sneeuw, met dat schrale winterzonnetje op dat wit, glanzende sneeuwvlak. Voor mij leek het anderzijds echter ook nog wat vroeg om foto’s te nemen, aangezien ik nog maar net wist waar het centrum was. Ik wou representatieve foto’s nemen van het leven in deze stad – en dat is wat anders dan enkele willekeurige grote, pompeuze gebouwen, waarvan het er hier overigens toch vol van staat. (http://images.google.com/images?q=wien&oe=utf-8&rls=org.mozilla:nl:official&client=firefox-a&um=1&ie=UTF-8&sa=N&hl=en&tab=wi) We liepen weer naar de wijk aan de ring waar al de historische overheidsgebouwen staan verzameld, het centrum dat het centrum dus toch eigenlijk niet was, en we praatten zonder ophouden.

Stephy was geboren in Columbia maar was dankzij haar welgestelde ouders (zo gaf zonder al te veel aandringen toe) in een befaamde high school in Miami binnengeraakt en had zo daar haar latere tienerjaren zelfstandig doorgebracht (met de visa-kaart van de papa weliswaar). Klassieke zang en met name opera waren helemaal haar ding en ze had grootse toekomstvisies waarin ze ons onbescheiden van op de hoogte bracht.

’s Middags aten we in een zeer alternatief Pakistaans restaurant. Je mocht betalen wat je wou. Ik verstond er niks van – misschien lag dat ook aan de persoon die het me vertelde: Stephy. Het bleek uiteindelijk een restaurants waar couchsurfers vaak hun gasten naartoe namen, en dat was uiteindelijk ook de enige reden dat Stephy ons er naartoe nam. Het was een soort van links burgerinitiatief. Het eten werd gepresenteerd als een soort buffet dat eruit zag als het soort reftervoer dat aan daklozen wordt gegeven. Dit was werkelijk iets waar linkse activisten fier op konden zijn – Stephy nam niet voor niks enkel een “veggy milkshake”. Josip en ik bedienden ons rijkelijk van het buffet en de smaak bleek de presentatie ruimschoots te overstijgen. We vulden ons bordje meerdere malen. Hij betaalde 3 Euro, ik 5. Niemand gaf erom hoeveel we gaven.

’s Avonds gingen we bij Stephy eten. We kochten wat ingrediënten voor een pasta en bier. Stephy had een reusachtige flat. Vergeleken met die van Zulema was dit een paleis. We openden wat biertjes en Stephy zette een DVD op. Het was een concert. Haar grote plasma en haar surround leidden de aandacht wel wat van het gesprek weg en uiteindelijk aten we met de blik naar de tv gericht. Ik zou eventueel voor een langere tijd bij Stephy kunnen logeren – net waar ik op zoek was. Maar ik had wat mijn twijfels over Stephy zelf. Ik wist niet of ik met een overdreven zelfzekere vette operazangeres zou kunnen samenleven. Ik zei “misschien”.

Zulema zou rond 12 uur ’s avonds van werk terugkomen en rond 11 uur besloot ik Stephy’s flat te verlaten, en trok ik de koude Weense nacht in. Ik was eerder vrolijk gestemd. Ik kon eender welke opportuniteit aangrijpen en mijn levensloop – al was het maar voor enkele weken – met elke beslissing radicaal andere wendingen geven. En opties had ik genoeg – ik had er net al eentje bij. Ja, ik vond het wel goed. En het nachtleven van de stad intimideerde me ondertussen nauwelijks. Ik zag opvallend weinig van die stoere mannen die hun dreigende blikken van intimidatie willekeurig in het rond vuurden, en ik kruiste ook nog wat blikken van meisjes met gevoelige wederzijdse interesses. Er was kennelijk ruimte voor spel, zonder die voortdurend aanhoudende wedijver tussen concurrenten. Ik voelde me verder dan ooit verwijderd van die mediterrane machismocultus waar ik me de vorige maanden in bewogen had.

Niet lang nadat ik op het appartement was aangekomen, kwam Doris binnen, de medehuurster van Zulema. Het was een knappe Weense blonde en ze vertelde me wat over haarzelf. Ze nam wat spullen en vertrok, haar kamer voor mij achterlatend. Niet veel later kwam Zulema binnen. Ze was een spraakwaterval. We dronken samen een glaasje wijn en babbelden over couchsurfing en over Ben, de gemeenschappelijke vriend die ons aan elkaar had geïntroduceerd. Zij was zijn ex-vriendin, ik één van zijn beste vrienden. Maar ze zag er niettemin goed uit.

Zulema heette me hartelijk welkom en we gingen slapen (ja Ben, elk in ons eigen bed). De volgende dag was het weer aan het sneeuwen. Ik ging op mijn gemak een wandeling doen in de buurt van het appartement. Ik kocht wat eten en andere prullen en trok me terug in de flat en zocht ‘Wenen’ eens op op Wikipedia. Wenen wordt in Oostenrijk ‘het waterhoofd’ genoemd, omdat het als hoofdstad veel te groot is voor een land van maar 8 miljoen inwoners. Wenen herbergt een kwart van de Oostenrijkers. Maar strikt genomen telt het 5 miljoen inwoners, zo bleek, waarvan er echter 3 miljoen onder de grond zitten – waaronder mensen zoals Beethoven en Mozart. De levenden vormen met hun 1,7 miljoen dus maar een minderheid – om dan nog niet te spreken van degenen die in Wenen geboren zijn. De meesten studeren hier of zijn gekomen omwille van het werk. Ik vond verder ook wat interessante cijfers rond het migrantenbestand en de politieke verhoudingen, en meer interessant, in vergelijking met de rest van Oostenrijk. Later zou ik het ook nog bevestigd krijgen in simpelere verwoordingen: Oostenrijk werd na de tweede wereldoorlog als één van de geallieerden beschouwd, en had daarom nooit haar politiek bestel moeten ontmantelen. Waardoor dit bestel zich nog tot op heden doorzet, met verscheidene rechtse partijen die zich als nationalistische volkspartijen profileren, en bitter weinig andere valide kandidaten. Ik overlegde verder wat per email met gastheren die ik voor mijn volgend verblijf op het oog had.

’s Avonds ging Zulema naar een bal. Het was al een maand uitverkocht maar ik zou meegaan tot aan de deur, hopend op een ticket van iemand die moest annuleren. Het was oorspronkelijk 30 euro en ik had als plan B met de dikke operazangeres afgesproken. Ze was met plezier mijn plan B, zei ze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten