donderdag 28 mei 2009

Terug naar Benedikt

’s Avonds sprak ik na de les weer af met Anna aan de opera. Ze nam me naar een hippe alternatieve bar waar een dj draaide en een onnozele film ondertussen net boven hem geprojecteerd werd. Het was leuk weer bij elkaar zijn. Er waren twee travestieten, of transseksuelen (ik heb niet kunnen voelen), en ik vertelde over Matej homoseks zonder passie en we praatten verder over het opschorten van vooroordelen over onze eigenste seksuele geaardheid en kwamen te besluiten dat onze intiemste wereld eigenlijk ook een sociale wereld is, integraal vormgegeven door sociaal verworven begripseenheden – of dat nu talige of andere ‘eenheden’ zijn – ze zijn sociaal. Anna dronk weer snel. We dronken twee pinten in minder als een uur tijd, en gingen daarna naar bed – haar bed. Onderweg toonde ze haar borsten, om me gemotiveerd te houden. Het werkte – al was ik niet de enige die het had gezien. Vervolgens deden we nog wat zaken die grensden aan seks in het openbaar en ten slotte gingen haar kamer binnen, waar we de deur van sloten om de geluiden te dempen – van onze gesprekken over Nietzsche natuurlijk.

Volgende dag had ik weer een verhuis gepland, dit maal van Evelyn naar Benedikt – omdat Evelyn een homoseksueel koppel had uitgenodigd waar ik niet bij in de kamer wou liggen (omdat hun profiel er uitzag alsof het om twee heel oppervlakkige jannetten ging). Bij Benedikt was ik tegelijk meer als welkom. Ik was die mogelijkheid ook al een week op voorhand beginnen aftasten. Het enige probleem was dat Ari, de New-Yorker waarmee ik het laatste weekend nog twee avonden samen was uitgeweest, plots uit zijn appartement was gezet en nu een slaapplek zocht en dat bij Benedikt deed. Benedikt liet het aan mij over om te beslissen, ik zou de woonkamer tenslotte met hem moeten delen. Maar ik zei meteen dat het goed was. Ari is een leuke kerel om mee rond te hangen, en ermee samenleven zou me geen probleem geven – er was ook plaats genoeg.

Ik verhuisde net voor de les en toen ik ’s avonds van mijn les terugkwam, waren Ari en Benedikt en Tobias er allemaal. Ari had een soort soep gemaakt, een soep met alles, of toch alles wat in Benedikts frigo te vinden was. We bleven alle vier de rest van de avond in het appartement. We babbelden wat over onze ervaringen met vrouwen en vergeleken wat mentaliteiten – het soort discussies waarin het cultuurrelativisme natuurlijk weer welig kon tieren. Nadat Benedikt ging slapen hadden Ari en ik het nog wat over geloof. Ari was joods, en ook praktiserend. Er kwam een nogal zinloze discussie op gang over het feit of God bestaat. Hij had allerlei bizarre uitvluchten klaar zitten tegen argumenten die de onzin van openbaringsreligies en godsbewijzen aantonen. Ik bleef uiteindelijk met mijn mening langs de kant staan – ook al gunde hij mij de wetenschap en alles wat we überhaupt kunnen kennen aan mijn kant. Natuurlijk, zei ik hem, onzin sijpelt altijd terug binnen, of het nu naar boven sijpelt of niet. Het wordt nooit mijn opzet een dam bij hoogwater te bouwen.

Wat wel interessant was, was zijn reactie toen ik zei dat we in België, ofschoon het secularisme, in katholieke scholen worden opgevoed met kruisjes in de klaslokalen en godsdienstlessen die zichzelf meer als een beschrijving van het cultureel erfgoed zien dan als een bekeringsrede. Ik zag er meteen ook mee in dat dat bij ons de godsdienst een eerder matte aanschijn van saai, ouderwets en volks meegeeft, en allesbehalve persoonlijk – zoals het voor Amerikanen veelal is: een kwestie van faith. Voor ons is het een kwestie van traditie, en hoe meer men erover nadenkt, hoe meer men tot de realisatie komt dat dat ‘geloof’ meer dan wat dan ook om een blind vertrouwen in een eeuwenoude mannenorde gaat, een roestige priesterheerschappij. – Ja, God zij bedankt voor de Kerk als instituut: met zijn corrupte aardse afgevaardigden heeft Hij zijn eigen ontrading in gang gezet.

Ik sloot de ogen en vertrok in een diepe, bevredigende slaap. Volgende dag kreeg ik een bericht van Michaela dat ze ’s avonds naar de Donau ging met ‘de twee blondjes’ en erna samen naar een studentenfuif. Ik wachtte aanvankelijk wat af maar besloot toch uiteindelijk voor de twee blondjes te gaan. En ook voor de Donau en de fuif natuurlijk.

Na de les ging ik er rechtstreeks naartoe. Er was evenwel weinig van een feeststemming. Michaela wachtte enkele couchsurfers op. Het was 10 uur. Ze waren veel te laat en Michaela boog zich bij wijze van spreken achterstevoren voor hen. En ondertussen wachtten de twee blondjes wat op de komst van een hogere hand om voor hen uit te tekenen wat hun lot wordt. Twee couchsurfers die Michaela voor een coffee and drink had uitgenodigd kwamen erbij zitten. Het was een Amerikaans koppel uit San Francisco. De man werkte overigens bij Facebook, in het hoofdkwartier, als databasebeheerder.

Het koppel vertrok weer. Het werd snel laat en er werd besloten niet meer te gaan naar het studentenfeestje. Michaela wachtte nog steeds op een Canadees koppel dat moest aankomen. De twee blondjes wouden naar huis. Ze gingen eerst nog naar McDonald’s en ik ging mee. We praten over seksuele experimenten en verkrachtingen. Ik zag aan de glans in hun ogen dat er wel meer inzat. De spanning werkte verleidelijk – al had ik tegelijk de indruk dat ze met hun schrale 18 jaren levenservaring mij toch zouden ontgoochelen als het op seks zou aankomen. Misschien was ik na al dat ‘seksueel aanbod’ van de laatste dagen en weken sceptischer geworden. Hoe dan ook had ik dit potentieel triootje al rap afschreven. Ze nodigden mij nochtans uit voor een feestje met louter hen tweeën de volgende avond. Maar ik wist dat zij steeds een reactieve positie zouden innemen, ook al was het flirten met hen spannend, en kwamen we in een hoogst interessant driehoekig spanningsveld te staan. Maar het ging iets te gemakkelijk om op hen in te praten en mijn wil erin door te duwen. Een ‘halt!’-moment was ook niet uitgesloten.

De dag erop was ik net als de laatste dagen meer en meer op plannen gericht. Ik zocht een concrete route die ik door Duitsland zou afleggen. Niet meer dan 5 steden, nam ik me voor, en dan Berlijn. Eén maand Duitsland, één maand Berlijn: dat leek me een goede verdeling. Middels heel wat overleg, dat me telkens veel te veel overbodige informatie gaf, kwam ik uiteindelijk tot de route: Nürnberg, Heidelberg, Köln, Amsterdam voor Koniginnedag, Hamburg, en dan Berlijn.

Tussen al het zoeken door op Wikipedia naar hetgeen waaraan ik me kon verwachten, vertelde Zulema me alles over haar verhouding tot Benedikt. Ik bevond me er wat middenin: een heel complexe situatie. Haar verzweeg ik zo bijvoorbeeld omwille van strategische redenen dat ik Benedikt al de eerste keer dat ik op zijn couch kwam slapen had verteld dat Zulema hem wel ziet zitten. Ze had het me ook zonder al te veel subtiliteit gezegd: Benedikt was van de eerste keer dat ze hem zag haar oogappel. Maar sinds ik dat verteld had, was er een hele uitwisseling tot stand gekomen waar ik moeilijk op had kunnen voorzien. Aanvankelijk dacht ik eigenlijk dat Benedikt alles al voor elkaar had bij die andere drie meisjes waarover hij de ganse tijd sprak en dat dit niet meer dan een compliment zou betekenen. Hij leek dan ook zo ongelooflijk zelfvoldaan. Maar hij bleek dit meer nodig te hebben dan wat dan ook. Het werd algauw een onderdeel van het beeld dat hij voor elk van zijn vrienden ophouden wou.

Benedikt bleek de laatste twee weken Zulema zo ver gebracht te hebben dat hij ze als zijn vriendin kon beschouwen. Zo deed hij althans – tot haar ongenoegen. Ze vertelde zo bijvoorbeeld dat hij tegen iedereen over Zulema was beginnen spreken als zijn vriendinnetje, en dat terwijl ze nog niet eens samen waren uitgeweest in die laatste weken waarin zijn nieuwe verhaal zich had afgewikkeld. Zulema had het niet zo voor die nieuwe attitude. Ze wou helemaal niemands vriendinnetje zijn, ze wou gewoon niemand toebehoren. En al zeker niet zo’n serieus, droog zakenmannetje dat nooit eens uit de bol kan gaan – zoveel woorden legde ik haar in de mond. Zulema wou uit de bol gaan, vertelde ze me. En ik begreep haar – ik kende haar geprefereerde levensstijl ondertussen wat. Ik zei dat ze dat dan maar aan Benedikt zo moest vertellen. Ikzelf zou Benedikt later ook nog een versie van het verhaal doen waarin Zulema voorkomt als ontembare wildebras en hijzelf als te goed, te braaf, te gematigd. Mijn gepreek leek wel een horoscoop: ze hadden het beiden beter zo.

We spraken ’s avonds af aan de opera. Het was een betrekkelijk warme dag geweest en we dronken goedkopen pintjes uit Zulema’s koelkast in open lucht, eerst voor de opera, dan op de Stephansplatz, vlak voor de Kathedraal. Ineens kwamen twee bekende gezichten voorbij, Pawel, de Poolse lolbroek die me kende van op een vliegtuig naar Barcelona, en Sophie, de Californische schone waarmee ik eerder een paar toffe wandelingetjes had gemaakt. Ze waren op een fietstochtje – heel duidelijk een ‘date’, en aanvankelijk leken ze maar even halt te houden. Maar dat even werd al gauw één pintje, en dat ene een tweede, en uiteindelijk gingen we samen stippeldronken naar een salsaclub pal in het commerciële centrum. We gingen de club even uit en dronken een pint aan een Würstelstand en er werden weer wat stomme woordspelletjes gespeeld en grapjes gemaakt. De combinatie van persoonlijkheden was geweldig. De sfeer was helemaal op spel en plezier gesteld, en ja, op onnozele hoogtepunten.

Ik mocht echter niet te veel drinken. Voor de volgende dag had ik een ‘couchsurfingevent’ georganiseerd (wat betekent dat ik een uitnodiging had ‘gepost’ op de site van couchsurfing in het forum van de groep van Wenen) en gezien het weer, en het enthousiasme dat eerste lentedagen doorgaans meebrengen, beloofde dat een leuke dag te worden, een dag van drinken en eten, en een dag van samen muziek spelen en vrolijk samenzijn. – Deze laatste woordencombinatie doet me wat denken aan een lied van Hitlerjugend, maar dat was het allesbehalve: het was couchsurfing Vienna.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten