maandag 25 mei 2009

Bij Evelyn

Volgende dag sprak ik ’s avonds af met de andere Anna, degene waarmee ik het eerste weekend gekust had, degene die me – bijna – klierkoorts had gegeven. Ze had een factuur bij voor het bloedonderzoek dat ik had laten afnemen. Wat ze erna nog wou doen was me niet helemaal duidelijk, maar ik vermoedde iets drinken.

Anna was niet erg enthousiast en het was moeilijk haar aan het lachen te brengen. Ze had ook geen idee van wat we konden doen. Ik had graag van haar gehoord wat er leuk is in haar stad, maar alle beslissingen werden aan mij overgelaten. We gingen dan maar naar Alt Wien, waarvan ik wist dat het een tof café was. Maar het zat overvol, en om daar met de ingetogen Anna bij te gaan staan, had ik hoegenaamd geen zin. We wandelden door de Bermudadreieck, een stel straten met veel bars en danscafés waar menigeen weleens ‘verdwaald’ in raakt. Wij kochten ons echter een pint in een Würstelstand en dronken die buiten op. Daarna probeerde ik geleidelijk aan een einde aan de avond te maken. Ik zei dat ik moe was en de volgende dag wou studeren en werken (‘plannen’ noemde ik dat voor haar, waarmee ik dan doel op het schrijven en herschrijven van mijn blogs). Ik probeerde haar uit te leggen dat wat ik doe nog wel wat werk inhoud, dat ik niet gewoon wat ik Wenen kom rondhangen en pinten drinken. Maar ze kon haar moeilijk voorstellen dat wat ik deed niet ontspannend was. Ik was op vakantie, zei ze, en alhoewel ik daar helemaal niet in die bewoording mee akkoord was, kon ik haar moeilijk van het tegendeel overtuigen. Onze wegen gingen uiteen.

Later realiseerde ik me pas ten volle wat ze bedoelde als ze zei dat ik ook gewoon bij haar thuis iets kon gaan drinken, namelijk op het moment dat ik deze sms van haar kreeg: “You could have slept with me, you know that…” (Het is overigens maar best dat ze dit niet leest.) Ik had haar natuurlijk niks van de andere Anna verteld, wat misschien ergens wel oneerlijk was. Maar anderzijds vond ik haar toch niet aantrekkelijk genoeg. Ze was nog niet half wat de andere Anna voor me was. Ze trok me nauwelijks of niet aan. Wel is het natuurlijk altijd leuk zo’n berichtje te ontvangen (+49 176 78 33 34 31). Ze gaf zich met alles wat ze had over en reduceerde haar hele vrouwelijkheid tot een ruwe mannelijke seksualiteitsnotie. Wat ik volgens haar wou, hoorde voor haar als vanzelfsprekend thuis in die – heel kleine – verzameling van wat mannen willen: seks.

De volgende dag had ik voor het eerst sinds enige tijd weer een gesprekje met Zulema. We spraken af om ’s avonds eens iets geks te doen. Naar mijn voorstel kwamen we overeen om ons samen te gaan verdwalen in de Bermudadreieck. De vorige avond had ik het met Anna leren kennen en ik wou er graag wel eens wat gaan boemelen met een jolige bende. Zulema kreeg alles weer voor elkaar.

Na de les trof ik Ari op het plein voor de opera rechtover het gebouw waar ik mijn lessen heb. Ari is een New Yorker waarmee ik al eerder enkele keren ideeën en moppen had uitgewisseld. Hij doet een ‘duurreis’ door Europa door overal in technische museums te werken en hoopt zo minstens een jaar onderweg te kunnen blijven. Ik ondervroeg hem wat uit aangaande zijn opzet. Wat hij doet was echter niet meer dan een email schrijven waarin hij zegt wat hij gestudeerd heeft (iets wetenschappelijks) en waarin hij met veel enthousiasme en zelfmarketing zoals enkel Amerikanen dat kunnen, zichzelf naar binnen probeert te praten. In het Technische Museum in Wenen werkte hij zo bijvoorbeeld voor 6 weken in een klein team om het museum te verjongen en interactiever te maken. Ervoor zat hij in Praag, en voor zijn volgende bestemming twijfelde hij tussen Kroatië en Denemarken. We babbelden enige tijd vooraleer de anderen kwamen. En één voor één kwamen ze toe, de Engelse Helen (die mij eerder al een nacht haar matje had geleend), de Zweedse Annicka (me ook bekend van op de Stammtisch) en Zulema vervoegden ons en we gingen op weg. Het was niet zo koud meer en iedereen had drank mee voor onderweg, en we bleven dan ook lang onderweg. We gingen ons op het centrale plein voor de enorme Stefansdom zetten (een patserige kathedraal dat herinnert aan de Oostenrijkse glorietijden) en dronken en praatten. Ook Albert kwam erbij, een autochtoon, en zo hadden we dan toch wel iemand die werkelijk in de stad thuis was. Hij was een fotograaf, en hij zou me later die avond nog tonen dat het camerastatiefje dat ik ondertussen al zo’n twee maanden met me meesleurde uitschuifbaar is, en dus eigenlijk dubbel zo groot is. Ik deed weliswaar alsof het vanzelfsprekend was.

We gingen een bar binnen waar we nog wat konden praten. De sfeer die de groep had opgebouwd door zo lang buiten op straat de kletsen en drinken kon maar moeilijk meegenomen worden in een danscafé, dus gingen we dan maar zittend een spelletje spelen. Het werd hilarisch. Ik stelde voor om een variant van ‘ik ga op reis en ik neem mee’ te spelen: “ik ga naar de Bermudadreieck en ik neem mee.” Maar het liep al snel een vaartje, en in plaats van te ontsporen liep als het ware op nieuwe sporen verder in hilarische nieuwe richtingen. Elk vertelde een zin en zo maakte een jongen zich klaar voor een couchsurfingmeeting door zijn bril op te zetten, een condoom aan te doen, en er daar vervolgens een gaatje in te prikken om te kunnen plassen, tot zijn moeder dan plots binnenkomt, die dan met die jongen naar de buurman gaat, die dan op zijn beurt de jongen dan een nieuwe condoom geeft, enzovoort enzoverder. – Amerikaanse humor, noemde Ari dat.

Later gingen we wat dansen. Ari ging slapen en Albert trok zich wat terug langs de kant om met een oude bekende te praten. Ik bevond me alleen met drie meisjes, in een club met ongeveer 80 procent mannen. Het was druk en de massa bewoog. Iedereen duwde tegen iedereen. Annicka vroeg me haar vriend te spelen, bij wijze van voorzorg tegen die typische geforceerde verleidingspogingen van dronken mannen, wat ik met plezier en niet zonder overtuiging ook deed. We wreven en botsten tegen elkaar aan en ze bevocht mij zowaar tegen haar eigenste verlangens om haar vriend te bedriegen. Ze sloeg behoorlijk hard voor een 19-jarig meisje, en toch moest ik haar vriend spelen. Het was onmogelijk. De dag nadien zou ik me niettemin wat voor mijn arrogantie schamen. Ik trok Annicka en Zulema naar me toe en speelde heerser van de zaal. Niemand was goed genoeg.

Zaterdag had ik een kater. Ik was echter nog niet goed wakker en er werd aangebeld. Het was die nieuwe couchsurfster waar Evelyn al over had verteld, Sri, een Indisch meisje dat in Amsterdam studeert. Ik stelde mij en mijn katerkop voor en trok me terug met mijn pc. Ze ging met Evelyn wat de stad gaan verkennen. Ik sprak iets af om hen later op de middag te vervoegen.

Het was de eerste dag sinds ik in Wenen was dat het echt warm was. De zon scheen en op was sluierwolken na was de hemel open en helder. Wenen leek heel wat mooier en uitnodigender onder de warme stralen van de zon. We wandelden en babbelden zonder eind.

’s Avonds was er een 20’s feestje. Ari had het in een post op het forum van couchsurfing gezet. Het was georganiseerd door enkele van zijn medewerkerkers in het Technische Museum en beloofde een unicum te zijn. Bovendien zouden zowat alle couchsurfers die ik had leren kennen er ook aanwezig zijn, allen verkleed in Amerikanen uit de jaren 20 – dat kon niet slecht zijn. Benedikt was bovendien helemaal in zijn nopjes want hij zou er eens kunnen uitpakken met zijn ‘Charleston’, een dans waarin hij zich sinds kort aan het specialiseren was in de dansschool.

Het was evenwel een verrassend stijve bedoeling. Iedereen was overdreven deftig gekleed en zowat de helft van het publiek bestond uit 40ers die niks deden dan op een stoeltje zitten en toekijken op de dansers – om dan na elk dansje te applaudisseren. Op de dansvloer werd er hoofdzakelijk gedanst door vrienden van Benedikt, leden van dezelfde dansschool. Mijn kater van de dag ervoor woog echter te zwaar door om te gaan tippeltenen en met een zwierig voetwerk te gaan jiven en Charlestonnen.

Alhoewel het feestje behoorlijk exclusief was, en het grootste deel er op persoonlijke uitnodiging was, bestond zowat half het publiek uit couchsurfers. Het feestje eindigde echter om 12 uur en er werd nog op het laatste moment gezocht naar een club waarheen we de hele groep integraal zouden kunnen verplaatsen.

We waren met een 20tal en door de Weense straten was de dronken massa bijzonder moeilijk bijeen te houden. Maar we sloegen erin en uiteindelijk gingen we naar Ost, een club bekend voor zijn sterke dj’s in Balkanbeats. En dankzij een slimme onderhandeling raakten we binnen voor slechts 5 euro per persoon in plaats van 15 euro. Iedereen ging mee en het werd een knaller van een feestje. De club was groot en bestond uit vele afzonderlijke zalen, maar onze groep was zodanig groot dat het erg gezellig werd: waar ik ook heenging, er waren couchsurfers zich aan het bezatten en onnozel aan het doen overal.

Ik bleef tot de allerlaatste en ging naar buiten met een stel Oostenrijkers en nam de eerst metro naar Evelyn. De dag erna had ik evenwel een dubbele kater. En het regende. De indische Sri was al de hele dag buiten op een verkenningstocht. Ik deed weinig. ’s Avonds keek met haar een Indische film, Rang de Basanti, een moderne Bollywoodfilm. Ik verschoot er aanvankelijk van hoe makkelijk ik die begreep. Het leek wel een Engelse film met hier en daar wat Indische invloeden erin. Het was echter een Bollywoodfilm van een zwaardere categorie (een zeldzame categorie in de Bollywoodproductie) en na twee uur begon ik te begrijpen dat de scene’s tussen het zingen en dansen meer voor het verhaal betekenden. En het was nog lang niet gedaan. Het handelde over de inertie en de algemene onverschilligheid voor wat de staat aangaat sinds de onafhankelijkheid van India, en anderzijds worden de heersende spanningen tussen Hindoe’s en Moslims ook aan de kaart gehaald. Het was een indrukwekkende film. Een film die ik trouwens aan iedereen zou aanraden die ook maar enigszins in de rest van de wereld geïnteresseerd is: tik op Youtube ‘Rang de Bassanti’ en verdiep je in het hedendaagse India.

De volgende dag maakte ik met Sri een wandeling langs het Hunderwasserhaus en Schwedenplatz, en ook na de les vervolgden we onze verkenningstocht. We gingen naar Alt Wien en wandelden terug langs een Würstelstand waar we nog een biertje voor onderweg namen. Toen we met de lift naar Evelyns appartements naar boven gingen, bleef die ineens vastzitten tussen twee verdiepen. We zaten vast met een andere man, een buur van Evelyn. Gelukkig bleef die rustig genoeg om ons te laten wachten op onze bevrijders. Het was niet bepaald de leukste situatie maar we konden na een half uurtje wachten uitstappen en de volle 10 meter naar onze respectievelijke bedjes wandelen. ’s Morgens nam ze afscheid en ging ze verder op weg naar Salzburg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten