donderdag 7 januari 2010

Ginderachter

Halfweg in mijn trip door Spanje kwam de vlucht tot een halt. Een tragische gebeurtenis riep me naar het thuisfront terug. Maar het was ook een gemak weer even thuis te zijn, en ik zette me aan het schrijven en schreef zo mijn laatste maanden aan vluchtlijnen uit. Nu heb ik rustigere tijd achter de rug in Buenos Aires om net datzelfde te doen. Maar laten we eerst even teruggaan in de tijd.

In die weken gebeurde weinigs bijzonders, op één belangrijke bewustwording na: is al dit schrijven zijn tijd wel waard? Is er mij een toekomst weggelegd die verder reikt dan dit? Of ben ik nu ook gewoon ‘een blogger’?

De vlucht werd even onderbroken. Maar onze vluchtlijnen kwam dit enkel ten goede. Vijf weken was ik thuis bezig die laatste eindjes aan elkaar aan het knopen. Van Christen had ik voor onbepaalde tijd afscheid genomen, en met nog een hele reisweg voor de boeg, ontspinde ik mijn molen en schreef ik het verhaal van de laatste maanden in Spanje neer.

Maar intussen had ik ook zo mijn bedenkingen over dat schrijven zelf. Of het überhaupt zin heeft om mij verder in het schrijven te bekwamen, om zo maar iets te noemen. Want ja, tegenwoordig worden overal journalisten ontslagen en gaan kranten en tijdschriften failliet. Bloggers poppen overal op en bestoken de massa’s met hun kleine meninkjes zonder daar ook maar iets voor in ruil te krijgen, en vaak worden die zelfs nog meer gelezen dan geschoolde journalisten. En dan is er nog dat getwitter en gefacebook waarop ook weer steeds meer geluld dan gedacht wordt. (Van universele geletterdheid naar universeel auteurschap?)

Men doet die bloggers vaak van de hand als onbezonnen lui, in de trant van ‘dat gaat wel over,’ ‘zolang hij/zij zich daarmee maar amuseert…”. Maar gaat dat echt over? Of vormen zij net de schrijverselite van de toekomst? – Of is ‘elite’ daarin misschien te vervangen door ‘massa’?

Is aan schrijven misschien gewoon geen geld meer aan te verdienen? Of zal de journalistiek dan toch gered worden? 

Allemaal vragen waarop dringend antwoorden gevonden moeten worden, wil de schrijfkunst nog van een toekomst verzekerd zijn. Al die tendensen, gaan ze een nieuw ochtendgloren tegemoet, of lijkt het eerder op een achteruit deinen, een terreinverlies, een terugdringen tot een hoekje?

Hoe dan ook, de manier waarop we lezen is aan het veranderen. Zoveel is zeker. Bij sommigen stemt dit tot paniek, bij anderen dan weer tot interessante inzichten over wat de toekomst zoal te bieden heeft. En niet voor niks was om de website van Amazon het meest als geschenk bestelde idem de Kindle.

Constructief nu. Sinds enkele decennia zijn schermen zich in onze levens komen vestigen. Televisies, computers (computers met internet), gsms en nu ook al Kindles, het zijn als vensters op wereld. Spijtig genoeg geen vensters die je kunt openzetten (want waar ik hier nu zit, zou ik toch liever wel wat winterse Belgische lucht binnen laten waaien), maar liever, vensters op een echtere wereld, op een werkelijkere wereld. En ja, ik spreek toch wel metaforisch. (Spijtig genoeg, want Buenos Aires in de zomer is niet bepaald gezellig, met zo’n 30 graden en een luchtvochtigheid van bijna 100%; en dan die ettertjes die aan de overkant van de straat die uitgerekend nu hun laatste nieuwjaarsbommetjes tot ontploffing moeten brengen.)

Hoe dan ook, die apparaten hebben ons dagdagelijkse blikveld uitgebreid, als waren ze vensters. We kunnen er niet meer naast kijken, of toch niet zonder één of ander soort oogkleppen op te zetten. Neen, er is geen ontkomen aan. Doch elk afzonderlijk maakten ze destijds hun intrede als extraatje, hetzij als gadget hetzij als instrument. Uiterst langzaam, naargelang de competitieve drang om de grootste en de mooiste bedaarde, begonnen we ze niet meer op te merken en raakten ze als het ware versmolten in onze oude, vertrouwde ervaringshorizon. Ja ze zijn nu een deel van onze meest doordeweekse objecten geworden, als een stel extra vensters in ons bureau, in onze woonkamer, in onze rugzak of in ons broekzak.

Maar niet zonder consequenties. Het is alsof het wereldtoneel zich in die evolutie meer en meer achter de schermen is gaan afspelen. En de vraag rijst “waar bevindt dit ‘achter de schermen’?” Ons modern wereldbeeld incorporeert meer en meer beelden, beelden van de wereld en van de mensen erin, en steeds weer meer beelden, van een wereld bestaande uit beelden, met steeds meer fascinatie, meer sensatie, steeds meer ‘waarheid’. Wat overblijft zijn schermen, waarachter alles lijkt te verdwijnen in verdubbelingen en verdubbelingen van verdubbelingen van zooms, van kadreringen, van fascinerende representaties en reality-formats, concreet qua impact op onze levens nul de botten. Alles lijkt uiteindelijk op te lossen achter de schermen in een groot zwart niks. Inclusief ikzelf.

En het is nu daarom om die reden dat ik heb beslist mezelf, in mijn nederigste gedaante van reiziger, aan te stellen als een soort van reporter van een nieuwe generatie, een blogschrijver van de het nieuwe tijdperk zowaar. Ik wil de wereld van ginderachter beschrijven zodanig dat die jou toekomt, dat grote zwart niks inkleuren en in zinnen uiteenzetten, zodat je gelijk achter je scherm kunt kijken zonder van je stoel te komen of je scherm te verdraaien: zodat je zowaar door je scherm heen kunt kijken!

En dat, lieve lezertjes thuis, is volgens mij niet alleen de toekomst van een reisblog, maar ook van de literatuur in het tijdperk van schermen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten